Die Chaos Schiep

lvdm-2016-mei

Die chaos schiep tot mensenland
Die mensen riep tot zinsverband
Hij schreef ons tot bescherming
Zijn handvest van ontferming,
Hij schreef ons vrij, met eigen hand.
Schrift die mensenoorsprong schrijft,
Woord dat trouw blijft.

Dat boek waarin geschreven staan
Gezichten, zielen naam voor naam,
Hun overslaande liefde,
Hun overgaande liefde,
Hun weeën die niet overgaan.
Schrift die mensendagen schrijft,
Licht dat aan blijft.

Zijn onvergankelijk testament
Dat Hij ons in de dood nog kent.
De dagen van ons leven
Ten dode opgeschreven
Ten eeuwig leven omgewend
Schrift die mensentoekomst schrijft,
Naam die trouw blijft.

– tekst Huub Oosterhuis; muziek: Antoine Oomen

TOUR DE CHANT – een lied onder de loep door Gerard Swüste

Het lied heet ook ‘Schriftlied’ en dat is terecht, want het is een ode aan de Schrift, liever gezegd: een ode aan een Hij die auteur wordt genoemd en die de woorden van de Schrift ook waarmaakt. Zoals veel couplettenliederen telt dit lied drie strofen: een zeer klassieke drieslag is Vader – Zoon – Geest, maar de driedeling van dit lied is ook vertrouwd: verleden – heden – toekomst. Dat is ook meteen de kern van elke zondagviering: 1. we lezen een verhaal uit het verleden, doen met brood en wijn zoals Jezus deed in het verleden; 2. we bezien wat deze woorden betekenen voor ons vandaag en breken dus nu ook brood met elkaar; 3. en we doen dat met het oog op de toekomst: het visioen dat ons voorzegd is.
In dit lied staat de driedeling in de tekst ook duidelijk vermeld: kijk steeds naar de laatste twee regels van ieder couplet: verleden – ‘Schrift die mensenoorsprong schrijft’ ; heden – ‘Schrift die mensendagen schrijft’ ; toekomst – ‘Schrift die mensentoekomst schrijft’.

Maar bij nader inzien geldt de driedeling natuurlijk voor iedere hele strofe. In de eerste strofe gaat het over de centrale verhalen van de Schrift: de Schepping ( ‘Chaos schiep tot mensenland’), Uittocht en Tora ( ‘Handvest van ontferming’- ‘Hij schreef ons vrij’). Mooi is natuurlijk de woordspeling ‘Die mensen riep tot zinsverband’: het Woord van de Schrift is zowel een letterlijk als een figuurlijk zinsverband; de woorden worden letterlijk door zinnen in verband gehouden, maar het is tegelijkertijd ook een zingevend verband.

De tweede strofe gaat eigenlijk over de hele geschiedenis: de namen waarover de Schrift schrijft lijken naadloos over te kunnen gaan in onze namen, waarover de Schrift weliswaar niet letterlijk schrijft, maar wel een verhaal heeft. Mooi is weer dat ‘rijmen’ van: hun overslaande / overgaande liefde, wat eigenlijk juist ongerijmd is, maar wel de werkelijkheid. Er is ook sprake van aanhoudende weeën, maar ook van een “licht dat aan blijft”. Het leven van mensen staat duidelijk in een spanning van pijn/donker en licht.

De derde strofe gaat over het visioen: dat wij in de dood nog gekend zijn. De Schrift schrijft dat wij niet ten dode zijn opgeschreven; alweer een mooi spel met woorden: de uitdrukking ‘ten dode opgeschreven zijn’ maar ook letterlijk: de Schrift schrijft dat dood niet de baas is. Dat ‘ten dode’ is letterlijk ‘omgewend’ ten eeuwig leven. Dat is pas echt toekomstmuziek. Je zingt het misschien wel met enige aarzeling: is dat allemaal wel zo? Ja, in de Schrift wordt ons die toekomst voorgehouden. Dus laten we er maar van zingen.

In de muziek heeft Antoine Oomen ervoor gezorgd dat de laatste twee regels van ieder couplet, dus over verleden – heden – toekomst, extra breed klinken. Een lied dat probeert te verklaren waarom we toch weer iedere week naar die Schrift grijpen en ook waarom we iedere week weer brood breken en de beker doen rondgaan. Want dat is de kern van onze vieringen: dat we een uurtje op de driesprong gaan staan van verleden, heden en toekomst.

Deel dit artikel!

Comments are closed.